Schuldhulp moet radicaal anders
Honderdduizenden Nederlanders met problematische schulden zullen nooit geholpen worden door de schuldhulpverlening. Dat concludeert Arre Zuurmond, ombudsman voor de Metropool Amsterdam, op basis van een uitgebreid onderzoek dat hij in nauwe samenwerking met het CAK, de gemeente Amsterdam en een drietal schuldhulpverleningsinstanties verrichtte.
Het merendeel van deze personen zal zelfs nooit bij de schuldhulp in beeld komen “Zij moeten zonder uitzicht op verbetering jarenlang zien te overleven. Dit leidt tot onwenselijke en soms zelfs onmenselijke situaties. Voor deze mensen moet er daarom een radicale oplossing komen” zegt Arre Zuurmond in zijn rapport “Hoe het stelsel een stuwmeer creëert.”
Aanleiding
Aanleiding voor het onderzoek was de verkenning die de ombudsman eerder deed onder 15 Amsterdammers in de zogenaamde Wanbetalersregeling Zorgverzekering die het CAK uitvoert. Niemand van hen bleek daadwerkelijk te zijn geholpen door de schuldhulpverlening en de meesten waren helemaal niet bij de schuldhulpverleners in beeld. Terwijl de gemeente signalen had kunnen oppakken waaruit bleek dat deze mensen in financiële moeilijkheden verkeerden. Zo werden door hen ingediende kwijtscheldingsverzoeken afgewezen en waren sommige mensen anders dan voorheen niet meer in staat om door hen beleende onderpanden bij de Stadsbank van lening te verlengen. Dat zijn nuttige signalen.
Binnen het systeem
De ombudsman bracht vervolgens met schuldhulpverleners een huisbezoek aan 150 Amsterdammers om te zien waar de knelpunten liggen en, waar mogelijk, direct hulp te bieden. Enkele indringende verhalen en de uitdagingen van de professionals zijn opgetekend in een bijbehorende rapportage. In deze fase van het onderzoek constateerde de ombudsman – naast de enorme inspanningen van de gemeente – enkele tekortkomingen binnen het systeem van vroegsignalering en schuldhulpverlening. “Schuldhulpverleners beschikken vaak niet over de benodigde informatie om het huisbezoek optimaal te benutten. Dan blijft het gesprek beperkt tot het leggen van oppervlakkig contact in plaats van direct de noodzakelijke hulp te bieden. Ook blijven nog veel early warnings onbenut. De overheid blijkt vaak ook zelf bij te dragen aan het ontstaan en verergeren van schulden. “Je ziet hoe verschillende overheidsorganisaties afzonderlijk incasso- en invorderingstrajecten inzetten, beslag leggen, schulden op oninbaar stellen of zelfs overwegen om voorzieningen af te sluiten. Er is geen collectief beeld van de schuldenaar laat staan dat één lijn wordt getrokken bij de keuze om al dan niet hard op te treden of juist hulpverlening in te schakelen”, zo constateert de ombudsman.
Challenge: de echte doorbraak ligt buiten het systeem
“Verbeteringen binnen het systeem van schuldhulpverlening zijn nodig en mogelijk, maar de echte doorbraak ligt daarbuiten, bij de vele mensen met langdurige problematische schulden die niet in een schuldhulptraject zitten. Wij schatten dat het om 500 a 700 duizend Nederlanders gaat, maar exacte cijfers zijn er niet”. De ombudsman pleit voor een proef waarbij een zeer groot aantal van hen onder bepaalde voorwaarden en met goede begeleiding buiten de bestaande structuren van hun schulden worden verlost. De betrokken ministeries hebben deze challenge geaccepteerd en zullen dit gaan uitwerken met geïnteresseerde gemeenten.