Bloemetje voor Basisregistratie
De ombudsman wil een bloemetje aanbieden aan mensen die sportief en oplossingsgericht aan de slag gaan met klachten en structurele signalen uit de uitvoering. Daarmee leveren ze immers een bijdrage aan een mooiere stad en een betere samenleving. Op 25 november werd Dirk Rutgers, de manager Melding en Handhaving van de afdeling Basisinformatie van de Gemeente Amsterdam door ombudsman Arre Zuurmond verrast met een bloemetje.
Basisinformatie hecht veel waarde aan een juiste registratie van persoonsgegevens van burgers in de Basisregistratie Personen (BRP). Steeds meer overheidsorganisaties bepalen op basis van deze gegevens of een burger recht heeft op bepaalde voorzieningen. Melding en Handhaving doet onderzoek naar onjuiste registraties. Bijvoorbeeld naar aanleiding van meldingen dat personen onrechtmatig op een bepaald adres staan ingeschreven. De feitelijke bewoner kan hierdoor immers problemen ondervinden met huur- en zorgtoeslag, of het aanvragen van een parkeervergunning of bijstandsuitkering. Daarnaast zoekt de afdeling oplossingen voor personen die, doordat zij geen inschrijfadres hebben, geen gebruik kunnen maken van noodzakelijke voorzieningen. In dergelijke gevallen gaat Basisinformatie na of een briefadres kan worden verstrekt.
Persoonsregistratie is van oudsher een verkokerd proces, waarin persoonlijke omstandigheden lange tijd geen rol speelden bij de registratie van gegevens. Dirk Rutgers ziet echter dat persoonlijke motieven wel degelijk een rol spelen bij in- en uitschrijvingen door burgers. Om de basisregistratie op orde te krijgen kijkt de afdeling in toenemende mate naar de onderliggende oorzaak van de registratiefout.
Inschrijfproblemen zijn vaak een symptoom voor grotere achterliggende problemen. Doordat steeds meer de samenwerking met andere beleidsgebieden in de keten -zoals het sociale domein- te zoeken, kunnen deze achterliggende problemen in een vroeg stadium aangepakt worden. Daarmee wordt de burger geholpen, blijven de maatschappelijke kosten beperkt en zal de basisregistratie op termijn juist aan kwaliteit winnen.
Zo bleek uit onderzoek dat jongeren met schulden zich vaak uitschreven van hun ouderlijk adres terwijl ze daar feitelijk wel woonden. Als zij door Basisinformatie verplicht zouden worden om zich opnieuw bij hun ouders in te schrijven, zouden ze op straat kunnen belanden. Het doel van de BRP: het bereikbaar zijn voor de overheid, zou hiermee niet gediend zijn. Bovendien zou het werkelijke probleem – de schuldenproblematiek- alleen maar groter worden omdat zij in de BRP moeten zijn ingeschreven om geen schuldhulptraject te kunnen starten. Daarmee zouden de uiteindelijke kosten voor de samenleving steeds groter worden. In plaats daarvan wil Basisinformatie in samenwerking met het Sociaal Domein deze jongeren dwingen aan de onderliggende problematiek te werken. Door hen voor een half jaar een briefadres te verstrekken krijgen ouders geen last van deurwaarders en worden zij niet gekort op eventuele voorzieningen omdat ze hun kind willen opvangen. Strenge voorwaarde daarbij is wel dat de jongere een schuldhulptraject start en zich na een halfjaar inschrijft op het adres waar hij daadwerkelijk verblijft. Dit traject zorgt er niet alleen voor dat de burger zijn opvangplek behoudt, weer op de rails komt en niet van de radar verdwijnt, maar ook dat hij niet meer hoeft te duiken en de registratie op lange termijn dus feitelijk klopt met de werkelijkheid.
Mede door de inspanningen van Dirk Rutgers werd bovendien het onderzoek naar de feitelijke bewoning op adressen efficiënter ingericht. Als resultaat hiervan hebben bewoners die op het adres achterblijven minder last van de gevolgen van een inschrijving van een burger die er feitelijk niet meer woont. Dit proces kan volgens Dirk Rutgers echter nog steeds beter.
