Rapporten en zaakverslagen
Participatiepioniers lijden schipbreuk! oordeel over én lessen leren van stranden bewonersparticipatie bij uitwerking pilot zelfbeheer afmeren Reijnier Vinkeleskade
05-12-2016
Samenvatting
2012: Voornemen pilot zelfbeheer na meer dan 10 jaar illegaal aanmeren en overlast aan de Reijnier Vinkeleskade
Al meer dan een decennium meren plezierbootjes illegaal af bij de Reijnier Vinkeleskade. Buurtbewoners ondervinden hiervan overlast en verzoeken het stadsdeel om handhaving. Deze is niet effectief en begin 2012 besluit het stadsdeel de mogelijkheden te onderzoeken van een pilot waarbij de bewoners de ligplaatsen zullen beheren. Op een bij het plan gevoegde kaart worden twee rakken aangegeven. Bij de uitwerking van de pilot wil het stadsdeel actieve bewoners en vaartuigeigenaren betrekken. De uitvoering moet in de zomer 2012 plaatsvinden. Dit lukt niet en in juli 2013 besluit het stadsdeel dat de pilot betrekking zal hebben op één rak waarvan de bewoners van het achtergelegen gebied gebruik mogen maken. Het beheer zal plaatsvinden door een bewonersvereniging. De planning is dan dat de afmeervoorzieningen in het voorjaar 2014 worden aangelegd. Ook dit wordt niet gehaald en in juni 2014 organiseert de ombudsman een gesprek tussen bewoners en ambtenaren van het stadsdeel. Er wordt onder meer gesproken over het organiseren van een bewonersavond waarbij de optie van een tweede rak besproken zal worden. Naar aanleiding van de interesse zal besloten worden of het tweede rak ook onderdeel zal gaan uitmaken van de pilot.
Op 17 september 2014 vindt de bewonersavond plaats. In de uitnodigingsbrief van het stadsdeel staat “De bewonersvereniging wil zich beperken tot een deel van de Reijnier Vinkeleskade (rak 1). Maar het overige gebied (rak 2) kan ook door bewoners beheerd worden.” Zes weken later vindt er overleg plaats tussen medewerkers van het stadsdeel, vaartuigbezitters en actieve bewoners zonder boot. Hierbij wordt afgesproken dat er één bewonersvereniging zal worden opgericht voor twee rakken.
2015-2016: Zelfbeheer strandt bij uitwerking
In mei 2015 wordt in de commissievergadering Leefomgeving de uitwerking (door het dagelijks bestuur) van de pilot besproken. Eén rak zal voor 50% van afmeervoorzieningen voorzien en in beheer gegeven aan de bewonersvereniging. Tijdens de behandeling in de commissie wordt voorgesteld om het ene rak voor maximaal 100% te voorzien van afmeervoorzieningen. Het dagelijks bestuur neemt dit over.
Deze uitwerking van het pilotgebied is zowel voor de bewonersvereniging als voor betrokken bewoners zonder boot niet acceptabel en zij ervaren dit als een miskenning van het zorgvuldige compromis tussen bootbezitters en niet bootbezitters.
Niet alleen achten zij het pilotvoorstel van het stadsdeel niet goed uitvoerbaar, ook komen de bootbezitters en de bewoners hierdoor weer tegenover elkaar te staan. Er is geen overleg geweest over deze de uitwerking van de pilot en zij zijn hierdoor volledig verrast. Er worden verschillende procedures opgestart. Zo wordt bezwaar aangetekend tegen het besluit, wendt men zich tot de gemeenteraad van Amsterdam en wordt een voorlopige voorziening aangevraagd bij de bestuursrechter. Tegelijkertijd doet de ombudsman in het najaar 2015 een bemiddelingspoging. De bewoners en het stadsdeel vinden elkaar niet waarop de pilot strandt. Het stadsdeel vergoedt (na een claim) de oprichtingskosten van de bewonersvereniging.
2016: Oordeel ombudsman
De ombudsman zal zich niet uitlaten over de gekozen variant voor de pilot, nu dit een beleidsbeslissing betreft. Wel constateert hij dat er na de vaststelling van het beleid in 2012 nietvoortvarend gehandeld is wat betreft de uitwerking van de pilot. Daarnaast zijn de actieve bewoners hier, zeker vanaf oktober 2014, in onvoldoende mate bij betrokken.Door tekortschietende afstemming tussen het ambtelijk apparaat en het bestuur zijn zij op het verkeerde been gezet wat betreft de uitwerking van de pilot. Tot slot heeft het stadsdeel niet voldoende uitgelegd waarom uiteindelijk voor een pilot met één rak gekozen is.
2016: Voorbij het oordeel: leren participeren
Inleiding
De pilot is afgeblazen en het stadsdeel heeft de kosten voor de oprichting van de bewonersvereniging terecht vergoed. De ombudsman heeft zijn oordeel gegeven. Dat alles neemt niet weg dat de energie en betrokkenheid van de bewoners inmiddels is omgeslagen in frustratie en wantrouwen. Vraag is hoe het zo heeft kunnen lopen nu de bewoners en het stadsdeel het eens waren over het doel en de keuze voor zelfbeheer door bewoners. Bewoners en het stadsdeel vinden elkaar nu alleen nog in de wens om te leren van deze zaak. De ombudsman onderschrijft het belang hiervan en wil hier graag een bijdrage aan leveren. Hij geeft het volgende in overweging.
representatieve en doe (of participatie) democratie
In deze zaak is er sprake van twee vormen van democratie. Ten eerste de representatieve democratie waarbij burgers vertegenwoordigd worden door raadsleden. De bestuurders moeten verantwoording afleggen aan deze raadsleden in een politieke arena. Hier worden ook de (politieke) beleidsdoelen vastgesteld.
Daarnaast is er sprake van de participatie (of doe-) democratie, waarbij bewoners een actieve rol spelen bij het bereiken van beleidsdoelen en ideeën en plannen die vanuit de burgers opkomen. Hierbij komen uit de samenleving innovatieve ideeën op en lossen de burgers de problemen zelf op door te doen. Deze vorm van democratie wint de afgelopen jaren aan gewicht. In deze zaak hebben de bootbezitters en bewoners zonder boot in de participatie democratie elkaar gevonden in een gezamenlijk gedragen plan.
In deze zaak zouden de bewoners (bewonersvereniging) uitvoering geven aan de uitgifte en beheer van ligplaatsen aan de Reijnier Vinkeleskade. Zowel de bewoners met als zonder boot konden zich hierin vinden. Bewoners en het stadsdeel hebben hierbij een gezamenlijk doel, namelijk effectieve handhaving en het terugdringen van de overlast. Uiteindelijk stelt de representatieve democratie een plan vast dat niet acceptabel is voor de uitvoerders (de bewoners) van de participatie democratie.
Hoewel de participatie democratie een belangrijke aanvulling kan zijn op de representatieve democratie blijkt uit deze zaak dat er een spanningsveld zit tussen de twee vormen van democratie. Er bestaat geen blauwdruk hoe hier mee om te gaan en zowel de bewoners als het stadsdeel zijn in die zin pioniers en partners. Nu de participatie democratie aan belang wint, een waardevolle aanvulling op de representatieve democratie kan zijn en tevens een bestuurlijk “terra incognita” betreft is het van belang om hier als gemeente aandacht aan te besteden. Deze zaak biedt een kans om (zaak- en stadsdeeloverstijgende) lessen te leren en concrete handvatten te ontwikkelen voor de participatie democratie. Dit geeft de ombudsman aanleiding voor het doen van een aanbeveling.
Oordeel
De onderzochte gedraging is in strijd met de vereisten van voortvarendheid, luisteren naar de burger, goede organisatie en motivering.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder te bevorderen dat er vanuit het stadsdeel een interactieve evaluatie plaatsvindt van deze zaak waarbij, indien mogelijk, de bewoners betrokken worden en waarbij gestreefd wordt om praktische handvatten te ontwikkelingen voor de inzet van de participatie. Desgewenst is de ombudsman bereid als procesbegeleider op te treden.