Rapporten en zaakverslagen
Na vijf keer Welstand toch vergunning voor bloemenkiosk
14-09-2011
Een man staat al 27 jaar op de wachtlijst om een bloemenkiosk in Amsterdam te kunnen starten. Eind 2008 komt hij als eerst gegadigde voor een standplaats op het Minervaplein in stadsdeel Oud-Zuid in aanmerking. Hij vraagt daartoe een staanplaats- en bouwvergunning aan bij het stadsdeel. Zijn aanvraag blijkt in strijd met het huidige bestemmingsplan. Ter compensatie wordt hem een andere staanplaats aan de overzijde van het plein aangeboden. De man dient nog geen nieuwe aanvraag in voor een bouwvergunning voor de nieuwe plek, maar laat de bouwtekeningen wel vast wijzigen om voor te leggen aan de Commissie Welstand en Monumenten (Welstand). Welstand adviseert vervolgens vijf maal negatief op het bouwplan van de man.
Vast staat dat de adviezen van Welstand gericht zijn aan het stadsdeelbestuur en niet aan de burger. In beginsel geldt dat het stadsdeel een negatief Welstandsadvies volgt. Dit betekent een afwijzing van de vergunningaanvraag. In deze zaak is de ombudsman van mening dat de adviezen van Welstand zo abstract zijn geformuleerd dat het voor de man moeilijk is hieruit op te maken welke aanpassingen van het ontwerp nodig zijn. Omdat het stadsdeel zijn besluit in beginsel baseert op deze adviezen, mag naar het oordeel van de ombudsman van het stadsdeel -afhankelijk van de inhoud van het advies- een meer interveniërende rol verwacht worden. Dat had met zich mee gebracht dat het stadsdeel zelfstandig had getoetst of de adviezen van Welstand concreet genoeg waren en of de adviezen de man voldoende aanknopingspunten voor aanpassing van het bouwwerk boden. Vanuit het oogpunt dat het stadsdeel de welstandscriteria opstelt waarop Welstand haar adviezen dient te baseren en van een goede motivering van besluiten en dienstverlening naar de burger, ligt hier volgens de ombudsman een wezenlijke taak voor het stadsdeel. Door dit na te laten, bleef het voor de man gissen wat zijn mogelijkheden waren. De man is hierdoor geschaad in zijn belangen en zijn recht daarvoor op te komen.
Pas in juli 2010, na het vijfde negatieve advies van de commissie, heeft het stadsdeel zijn eigenstandige rol op zich genomen en met de man afgesproken een contrair advies voor te gaan bereiden voor het Dagelijks Bestuur. Vervolgens duurt het nog tot februari 2011voordat het stadsdeel de vergunningen uiteindelijk afgeeft. Mede omdat het stadsdeel de man geen richting heeft gegeven gedurende het jarenlange proces, acht de ombudsman dit onevenredig lang.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder te bevorderen dat het stadsdeel toetst of het advies van de Commissie voor Welstand en Monumenten concreet genoeg is en voldoende aanknopingspunten geeft voor eventuele aanpassing van het ontwerp.