Op 20 januari 2012 stuurt een man een brief naar de stadsdeelvoorzitter van stadsdeel Oost met het verzoek om handhavend op te treden. Hij ondervindt overlast van een ondernemer die fietsen en fietsenwrakken op de openbare weg plaatst en de tuin van zijn monumentale pand als fietsenopslagplaats gebruikt. Na verschillende rappellen reageert de stadsdeelvoorzitter op 8 juni 2012 en zegt toe te zullen handhaven en de man over de voortgang te informeren. Een maand later heeft hij nog niets vernomen. Op 11 september 2012 klaagt hij bij de ombudsman. Het stadsdeel laat weten dat een controle is uitgevoerd en dat de ondernemer zal worden aangeschreven. Het stadsdeel erkent dat de communicatie met de man onvoldoende was. De ombudsman stelt vast dat het stadsdeel geen enkele keer adequaat heeft gereageerd op de verzoeken om handhaving. Wel blijkt dat het stadsdeel diverse handhavingsacties heeft uitgevoerd.